De nieuwe parameters voor de gedifferentieerde premie Werkhervattingskas (Whk) voor 2026 zijn op 15 juli 2025 gepubliceerd in de Staatscourant. Sinds vorig jaar gebeurt dit al in juli (in plaats van september), zodat werkgevers meer tijd hebben om een bewuste keuze te maken voor het eigenrisicodragerschap.
Uiterlijk 1 oktober 2025 moet een werkgever zijn keuze bij de Belastingdienst melden om per 1 januari 2026 over te stappen. Dit vraagt om actueel maatwerkadvies door gespecialiseerde inkomensadviseurs!

Sensio IT heeft voor inkomensadviseurs een handige WGA- en ZW-calculator ontwikkeld. Deze tools waren voorheen beschikbaar via het platform van VeReFi, maar worden nu rechtstreeks door Sensio IT (tegen betaling) aangeboden. Interesse? Gebruik het Sensio contactformulier.

Onderscheid in gedifferentieerde premie ZW en WGA
Binnen de Werkhervattingskas onderscheiden we twee typen gedifferentieerde premies:

• Ziektewet-premie
• WGA-premie

Deze premies gelden als het UWV de Ziektewet- en WGA-uitvoering verzorgt. Bij eigenrisicodragerschap voor zowel de Ziektewet als de WGA hoeft er geen premie voor de Werkhervattingskas betaald te worden.
Werkgevers kunnen ervoor kiezen eigenrisicodrager te worden voor:

• Ziektewet: de werkgever betaalt zelf de ZW-uitkeringen en regelt de re-integratie. De Ziektewet gedifferentieerde WHK-premie vervalt.
• WGA (eerste 10 jaar): de werkgever financiert zelf de WGA-uitkeringen en verzorgt de re-integratie. Ook de WGA-gedifferentieerde WHK-premie vervalt.

Premiedifferentiatie in de Werkhervattingskas
Werkgevers die geen eigenrisicodrager zijn, betalen een gedifferentieerde Whk-premie aan de Belastingdienst.
Deze premie is afhankelijk van de instroom van (ex-)werknemers in de Ziektewet of WGA van het eigen bedrijf (grote werkgevers) of van de sector (kleine werkgevers). De premie wordt jaarlijks eind november door de Belastingdienst bekendgemaakt.

Indeling klein, middelgroot en groot
De indeling is gebaseerd op de loonsom van twee jaar geleden. Voor 2026 dus op basis van het jaar 2024. Het gemiddeld premieplichtig loon per werknemer bedroeg toen € 43.300.

Grenswaarden Werkhervattingskas 2026

• Kleine werkgevers: loonsom ≤ € 1.082.500
• Middelgrote werkgevers: loonsom > € 1.082.500 en ≤ € 4.330.000
• Grote werkgevers: loonsom > € 4.330.000

Deze grenswaarden wijzigen jaarlijks.

Premieberekening per categorie

• Kleine werkgevers: sectorale premie, gebaseerd op gemiddeld sectorrisico.
• Middelgrote werkgevers: combinatie van sectorale premie en individueel risico (gewogen).
• Grote werkgevers: volledig individueel bepaalde premie, gebaseerd op eigen schadelast.

No-risker wordt niet toegerekend
Als de werknemer onder de no-riskpolis valt, wordt diens schade niet toegerekend aan de werkgever. Uitkeringen worden dan betaald uit het Arbeidsongeschiktheidsfonds.
Voorwaarde: er moet wél een Ziektewetvangnetuitkering zijn aangevraagd. Registreer dus altijd alle no-riskers zorgvuldig.

WHK-parameters voor 2026

Zie de Staatscourant voor het volledige overzicht, inclusief correctiefactoren bij onvolledige werkperioden.

Forse stijging van de premies t.o.v. 2025

• Het gemiddelde werkgeversrisico WGA stijgt slechts van 0,62% naar 0,66%, maar de totale gemiddelde WGA-premie die werkgevers betalen stijgt van 0,83% naar 0,96% .
• De ZW-premie stijgt van 0,50% naar 0,56%.

Formules voor gedifferentieerde premieberekening WHK

• WGA: 0,96% + 1,09 × (individueel risico – 0,66%)
• ZW: 0,56% + 1,31 × (individueel risico – 0,32%)

Individueel risicopercentage
Voor 2026 wordt dit berekend op basis van de uitbetaalde WGA-uitkeringen in 2024 gedeeld door de gemiddelde premieplichtige loonsom van 2020–2024.
Toerekening WGA-uitkeringen: instroom 2014–2024 (vast en flex).
Was de werkgever eerder ERD WGA en vóór 1 juli 2015 teruggekeerd, dan tellen alleen uitkeringen mee van vaste werknemers die ziek werden na terugkeer naar UWV.

Voorbeeldberekening WGA-premie

• Loonsom 2020–2024 gemiddeld: € 8.000.000
• WGA-uitkeringen in 2024: € 89.000
• Risicopercentage: 89.000 / 8.000.000 × 100 = 1,11%
• Vergelijk met landelijk gemiddelde: 0,66%

Berekening premie:
0,96% + 1,09 × (1,11% – 0,66%) = 1,45%
Stel dat de loonsom in 2026 ook nog € 8.000.000 is dan bedraagt de premie 1,45% van € 8.000.000 = € 116.000

Staartlasten bij UWV bij ERD
Bij overgang naar eigenrisicodragerschap mogen staartlasten achterblijven bij het UWV.
Dit zijn WGA-uitkeringen van werknemers die vóór de ingangsdatum van het ERD ziek werden of al een uitkering ontvingen. Deze lasten blijven voor rekening van het UWV en worden niet doorbelast aan de werkgever of diens verzekeraar.

Terugkeer naar UWV: uitloopschade blijft bij werkgever
Keert de werkgever terug naar het publieke bestel? Dan blijven alle instroomgevallen van vóór de terugkeer (die ziek werden tijdens de ERD-periode) bij hem voor risico.
Als hij verzekerd was, blijft dit risico bij de verzekeraar liggen.

Afweging ERD blijft maatwerk
Voor grote werkgevers blijft het ERD voor Ziektewet aantrekkelijk en geeft het meer grip op verzuim. Voor de WGA is het complexer: het overgangsrecht van de Wet verbetering hybride markt kan het UWV soms voordeliger maken.
Een second opinion of maatwerkadvies via Sensio is mogelijk. Indien gewenst kan Sensio ook de Ondernemingsraad uitleg geven.

Zie ook: Parameters Staatscourant 15 juli 2025 – Gedifferentieerde premie Whk 2026 (PDF)

Vriendelijke groet,

Marjol Nikkels