Op dit moment is het voor uitkeringsgerechtigden die daarnaast werken fiscaal voordelig om een WIA-uitkering via de werkgever te laten lopen. In dat geval kan de werkgever de fiscale samenvoegbepaling toepassen, waardoor de uitkeringsgerechtigde zowel over het loon als over de uitkering de arbeidskorting ontvangt. Dit verandert per 2027: de arbeidskorting mag dan niet langer over uitkeringen worden toegepast. Dit is op 14 maart bekend gemaakt in een persbericht.  

Kabinet verandert regels arbeidskorting voor uitkeringsgerechtigden | Nieuwsbericht | Rijksoverheid.nl

In deze nieuwsbrief geef ik meer achtergrondinformatie over de arbeidskorting en de aanleiding van deze wijziging. 

Wat is de arbeidskorting?
De arbeidskorting is een belastingvoordeel voor werkenden en heeft als doel werken financieel aantrekkelijker te maken. Tot nu toe gold dat mensen die naast hun (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheidsuitkering werkten, geen arbeidskorting kregen over hun uitkering wanneer deze direct door het UWV werd uitgekeerd. Ontvingen zij dezelfde uitkering echter via hun werkgever, dan werd de arbeidskorting wél toegepast.

Deze ongelijke fiscale behandeling werd door de Hoge Raad beoordeeld als strijdig met het discriminatieverbod in internationale mensenrechtenverdragen.

Casus van een WGA-gerechtigde
De aanleiding voor deze wijziging was een rechtszaak van een belastingplichtige die een WGA-uitkering rechtstreeks van het UWV ontving. De casus was als volgt:

Een belastingplichtige (X) ontving in 2018 een WGA-uitkering van het UWV. Omdat een WGA-uitkering niet wordt beschouwd als inkomen uit tegenwoordige dienstbetrekking, werd deze niet meegenomen in de berekening van de arbeidskorting. Daarentegen werd een WGA-uitkering die via de werkgever werd uitbetaald wél meegenomen in die berekening. X stelde dat dit in strijd was met het gelijkheidsbeginsel, en Hof Den Haag gaf hem hierin gelijk.

In reactie op deze uitspraak stelde destijds staatssecretaris Van Rij cassatieberoep in, met als argument dat de juridische onderbouwing van het hof onjuist was. Bovendien was het nooit de bedoeling geweest om arbeidskorting toe te kennen op socialezekerheidsuitkeringen, zoals een WGA-uitkering. De arbeidskorting is immers bedoeld om arbeidsparticipatie te stimuleren en past daarom bij arbeidsinkomen, niet bij uitkeringen.

De Hoge Raad oordeelde uiteindelijk dat de toepassing van de fiscale samenvoegregels leidt tot discriminatie tussen uitkeringsgerechtigden, wat niet is toegestaan. De Hoge Raad besloot echter niet dat de werknemer alsnog de arbeidskorting zou krijgen, maar gaf de politiek de opdracht om met een oplossing te komen.

Het politieke antwoord
Het kabinet heeft besloten dat werkgevers vanaf 2027 geen arbeidskorting meer mogen toepassen op uitkeringen. Hiermee worden de regels voor werkgevers gelijkgetrokken met die van het UWV en wordt juridische ongelijkheid voorkomen.

De wijziging per 1 januari 2027 is het politieke antwoord op de uitspraak van de Hoge Raad. Dit betekent dat over het uitkeringsdeel – ook als de uitkering via de werkgever loopt – géén arbeidskorting meer mag worden toegepast. Deze wijziging raakt ongeveer 11.000 mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering, die daardoor netto op een lager inkomen uitkomen.

Forse financiële impact
De arbeidskorting is een heffingskorting die de loonbelasting verlaagt en kan aanzienlijk oplopen. In 2025 bedraagt de maximale arbeidskorting € 5.599 per jaar voor inkomens tot € 43.071. Vervolgens wordt de arbeidskorting stapsgewijs afgebouwd. Bij een inkomen boven € 129.078 per jaar vervalt de arbeidskorting volledig.

Gezien de financiële gevolgen is het belangrijk om uitkeringsgerechtigden die hun uitkering via de werkgever ontvangen, tijdig te informeren over de inkomensachteruitgang die zij vanaf 2027 zullen ervaren. Het kabinet heeft bewust gekozen voor een lange overgangsperiode om mensen hierop voor te bereiden.

Beleidsdiscussies
Deze maatregel heeft impact op de inkomenspositie van mensen die werken en daarnaast een arbeidsongeschiktheidsuitkering via de werkgever ontvangen. Hoewel de wijziging noodzakelijk is naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad, blijven beleidsmatige vragen over dit onderwerp de komende jaren op de politieke agenda staan.

Moet de arbeidskorting fundamenteel worden herzien? Staatssecretaris Van Oostenbruggen geeft aan dat hiervoor tijd en politiek draagvlak nodig zijn. Ook blijft de vraag bestaan hoe de inkomensongelijkheid tussen werkenden en uitkeringsgerechtigden kan worden aangepakt. Minister Van Hijum benadrukt het belang van een verdere dialoog over de inkomenspositie van werkenden versus uitkeringsgerechtigden.

Vriendelijke groet,

Marjol Nikkels

 

Recente artikelen:

Op korte termijn één WIA-uitkeringsregime

Geef effectief aandacht aan Frequent Verzuim

 

Bekijk opleidingen
Uitschrijven   |   Bekijk online